Taalonderzoek in de praktijk: Annerose Willemsen en Rianne van Rooijen
Annerose Willemsen promoveerde op een proefschrift over haar analytische observaties van het effect van klassengesprekken over de informatieve teksten in geschiedenismethoden. Uit de literatuur bleek niet specifiek genoeg hoe leraren zo’n gesprek moesten uitlokken en zo faciliteren dat het tot verdieping van de kennis over die inhouden en tot beter begrip van de informatie uit de teksten leidt. Leraren bleken in de praktijk wel een breed repertoire te hebben, maar zich lang niet altijd bewust te zijn van de effecten van hun rolneming.
Rianne van Rooijen promoveerde op een onderzoek naar het effect van (de stem van) de moeder bij het leren van nieuwe woorden door tweejarige peuters. Daartoe werd aan twee groepen peuters enkele nieuwe woorden geleerd, met gebruikmaking van animaties waarin die bedoelde voorwerpen werden getoond. Daarbij werd zo’n voorwerp bij de peuters van de ene groep door de eigen moeder benoemd in zinnetjes bij die animaties. Bij de peuters van de andere groep werd dit gedaan door een voor hen onbekende. Peuters die het leerden van hun moeder onthielden die woorden, de anderen niet.