Dieper duiken in een tekst

Mariëlle Smulders

werkt als bovenbouwleraar op BS De Regenboog in Schijndel. Daarnaast is ze ook één van de drie taalleescoördinatoren op deze school en maakt ze deel uit van het taalteam.

Steeds vaker zijn scholen op zoek naar een manier om de resultaten én motivatie bij begrijpend lezen te verhogen. Het lezen in boeiende thema’s met rijke teksten is een goed begin. In dit artikel vertelt Mariëlle Smulders hoe op haar basisschool leerlingen rijke teksten lezen die passen bij schoolbrede thema’s en hoe ze daarbij de aanpak van Close Reading gebruikt.

 

Op BS De Regenboog in Schijndel werken we niet met methodes, maar met zelfontwikkelde leerlijnen in een rijke leeromgeving. Ook voor begrijpend lezen is de methode losgelaten. Het werken met schoolbrede thema’s die we uitwerken in leeromgevingen is voor ons het uitgangspunt. Daar zoeken we passende en betekenisvolle teksten bij. Omdat we rijke en complexe teksten gebruiken, zetten we de methodiek Close Reading in om deze teksten te behandelen.

 

Teksten in schoolbrede thema’s

 

In de schoolbrede thema’s zijn de zaakvakken en techniek volledig geïntegreerd. Ook de activiteiten rondom taal, crea en cultuur passen bij het onderwerp van de leeromgeving. We duiken met de leerlingen gedurende vijf weken echt in het thema, zodat ze alle kans krijgen om hun kennis en woordenschat te vergroten.

Voorbeeld van een Histobookpagina

Een voorbeeld van een thema is ‘Personen van vroeger’. Hierin besteden we aandacht aan belangrijke personen, voorwerpen en gebeurtenissen die samen het verhaal van de historische en culturele ontwikkeling van Nederland laten zien. Leerlingen breiden hun (historische) kennis uit en leren talrijke begrippen, zoals beeldenstorm, de grondwet, de Gouden Eeuw en wereldhandel. Tijdens dit thema werken de leerlingen toe naar een eindopdracht. Ze gaan aan de slag met een tijdlijn, maken er een Histobook (soort Facebookpagina) over, houden een interview met een historisch persoon of schrijven een episode uit zijn of haar dagboek.

 

Tijdens het werken aan een thema wordt er natuurlijk ook veel over het onderwerp gelezen. Leerlingen zijn door de context waarin we werken extra geïnteresseerd in het onderwerp van de tekst en dat maakt het lezen betekenisvol. We kiezen rijke teksten die net iets boven hun niveau liggen en waar we echt samen moeten induiken.

Rijke teksten zijn teksten die echt ergens over gaan. Ze hebben een interessante of originele inhoud én een goede tekstkwaliteit. Denk aan teksten met verbindingswoorden, met beeld dat de tekst ondersteunt en met pittig taalgebruik. De teksten bevatten zowel nieuwe als bekende informatie, zodat leerlingen de nieuwe informatie kunnen koppelen aan hun voorkennis.

Maar hoe begeleid je leerlingen nu bij het begrijpen van zo’n complexe tekst? Wij gebruiken hiervoor de aanpak van Close Reading. Close Reading is een verdiepende manier van begrijpend lezen, waarbij de inhoud van de tekst centraal staat en leerlingen op een actieve manier aan de slag gaan met de tekst.
Het meerdere malen lezen van de tekst is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Een tekst wordt in drie sessies gelezen en herlezen. In sessie één gaat het vooral om wat de tekst ‘vertelt’, over het algemeen begrip van de tekst en de grote lijnen. Tijdens sessie twee ligt de focus op hoe de tekst is opgebouwd, de tekststructuur, woordenschat en belangrijkste details. Bij sessie drie kijken we naar wat de tekst ‘zegt’. We richten ons op de bedoelingen van de schrijver, afleidingen, verbanden, argumenten en meningen, verbanden met andere teksten, media en eigen ervaringen.

 

Aan de hand van het volgende voorbeeld laat ik zien hoe wij dit aanpakken.

Introductie van het thema 'Personen van vroeger' (Nelson Mandela)

 

Stap 1: een goede tekst kiezen

Tijdens het thema ‘Personen van vroeger’ was Rembrandt een van de centrale personen. Daarom koos ik voor het verhaal ‘Hoge nood’ van Joke van Leeuwen uit Het grote Rembrandt voorleesboek. Deze mooie, rijke tekst past bij de ets ‘Waterende vrouw’ van Rembrandt. De tekst bevat signaalwoorden en opsommingen en er worden mooie, niet-frequente woorden gebruikt. De foto van de ets, in combinatie met de titel, maakt de leerlingen al nieuwsgierig naar de inhoud. Ik kopieer de tekst en de bijbehorende ets met witte randen eromheen, zodat de leerlingen aantekeningen kunnen maken.

 

Stap 2: leesdoel en succescriteria bepalen

Voor het lezen bespreek ik met de klas waarom we deze tekst lezen (ons algemene leesdoel): we willen weten waarom het verhaal bij het schilderij past en wat dit te maken heeft met het thema. Verder heeft elke leessessie naast een inhoudelijkdoel ook eigen leesdoelen, bij deze tekst het herkennen van de tekststructuur begin-midden- -eind. We bespreken wanneer we tevreden zijn Actief met de tekst aan de slag Introductie van het thema 'Personen van vroeger' (Nelson Mandela) na het lezen van de tekst, de succescriteria bij ons leesdoel: aan het eind van de les weten we meer over Rembrandt en dit schilderij, kunnen we vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt en weten we waarom de titel van het verhaal ‘hoge nood’ is.

 

Lezen met de pen in de hand

Stap 3: tekstgerichte vragen stellen

Nu ik de tekst en de doelen gekozen heb, bedenk ik vragen bij de tekst aan de hand van de zogenaamde WUBD-tjes: WaarUit Blijkt Dat? Waar staat het in de tekst? Zo stimuleer je de leerlingen om in de tekst te duiken en bewijs te zoeken en te vinden. De tekstgerichte vragen omvatten verschillende niveaus: van letterlijk (daar staat het), naar afleiden (denk en zoek) en evaluatief niveau (boven de tekst staan, beoordelen).

 

Bij sessie één van de tekst ‘Hoge nood’ vraag ik de leerlingen waarom Leda (de waterende vrouw) een rustig plekje wil vinden. De leerlingen lezen letterlijk in de tekst terug dat Leda haar behoefte moet doen en dat ze dat op een rustig plekje wil doen, omdat het te druk is op straat. Bij de vraag ‘Waarom is het bleekveld geen geschikte plek om haar behoefte te doen?’ moeten de leerlingen tussen de regels door lezen. Als gewassen witte lakens in de zon liggen te drogen is het niet handig om daar je behoefte te doen. Dan worden de witte lakens geel en moet alles weer opnieuw gewassen worden.
Bij sessie twee stel ik vragen waarbij ze betekenis moeten afleiden, bijvoorbeeld rond een woord als ‘gemak’. Wat betekent dat en hoe kun je dit uit de tekst halen?’

Actief met de tekst aan de slag

Sessie drie draait om evalueren. Ik vraag de leerlingen bijvoorbeeld hoe Leda zich voelt als de man haar aan het schetsen is en uit welk stukje van de tekst je dat kunt halen. Hoe zou jij dat vinden en waarom? En wie is die man eigenlijk? Hoe weet je dat? Zo werken we aan ons inhoudelijke leesdoel.

 

Stap 4: nadenken over scaffolding en modeling

Om de leerlingen zelfstandig stappen te laten maken in het omgaan met rijke, complexe en uitdagende teksten, maak ik gebruik van scaffolding en modeling. Door scaffolding bied ik de leerlingen tijdelijk hulp, bijvoorbeeld door voorkennis aan te brengen rond de inhoud van de tekst. Ik doe dat bij deze tekst door eerst een filmpje met de leerlingen te kijken over de etsen van Rembrandt. Op deze manier zien de kinderen wat een ets is en vormen ze zich een beeld van wie Rembrandt was en hoe de mensen in die tijd leefden.

Voordat de leerlingen kunnen vertellen wat er in het begin, midden en eind van het verhaal gebeurt, laat ik met behulp van modeling zien hoe ze dit aan kunnen pakken. Ik laat hardop denkend zien wat er in het begin van het verhaal gebeurt door een gedeelte van de tekst voor te lezen en samen te vatten. Ik vertel waar het begin van de tekst overloopt naar het middenstuk en waarom ik dat denk.

 

Stap 5: interactie over de tekst bevorderen

Het is belangrijk om leerlingen met elkaar in gesprek te krijgen over de inhoud van de tekst. Om interactie te bevorderen passen we coöperatieve en activerende werkvormen toe. Na het modelen wordt de tekst ‘Hoge nood’ in tweetallen Samen in gesprek over de tekst Lezen met de pen in de hand nogmaals gelezen. Samen wordt er nagedacht over het belangrijkste in het midden en eind van het verhaal. Leerlingen onderstrepen,  verleggen en maken mooie zinnen die vertellen waar het midden en eind over gaat. Vervolgens lezen ze samen de zinnen om te kijken of het  duidelijk vertelt wat er in het midden en op het eind gebeurt.

Tijdens sessie twee maken de leerlingen een schema met de opsommingen die in het verhaal voorkomen. Vervolgens bekijken ze elkaars schema’s en praten ze hierover met elkaar.

Bij sessie drie bekijken de leerlingen de ets van Rembrandt. Bij welk stuk uit het verhaal hoort de ets? Waarom past de ets goed, of juist niet, bij het verhaal? Wat zou je nog aan de ets, of het verhaal, willen toevoegen of juist weglaten? Daarna denken we na over wat we geleerd hebben over Rembrandt in het kader van ons schoolbrede thema.

Samen in gesprek over de tekst

 

Werken aan de motivatie

 

Wij merken dat leerlingen enorm gemotiveerd raken door het lezen van teksten die gekoppeld zijn aan onze schoolbrede leeromgevingen. Op deze manier werken we inhoudelijk aan de zaakvakken én aan begrijpend lezen. Bovendien leren leerlingen omgaan met complexe teksten op het moment dat dat ook nodig is: bij de teksten en onderwerpen die ze moeten begrijpen om kennis te vergaren! Het is de kunst de teksten zo te kiezen dat ze passen bij de interesses van de leerlingen en goed in te zetten zijn voor het behalen van het leesdoel. Close Reading past helemaal bij deze manier van werken. Wij hebben ervaren dat leerlingen het heerlijk vinden om diep te duiken in een tekst. Wanneer ze een moeilijke tekst begrijpen, geeft ze dat veel voldoening. Ze zijn oprecht trots!

Steeds vaker zijn scholen op zoek naar een manier om de resultaten én motivatie bij begrijpend lezen te verhogen. Het lezen in boeiende thema’s met rijke teksten is een goed begin. In dit artikel vertelt Mariëlle Smulders hoe op haar basisschool leerlingen rijke teksten lezen die passen bij schoolbrede thema’s en hoe ze daarbij de aanpak van Close Reading gebruikt.

 

Deel dit artikel