Artikelen

Samen leer je beter schrijven

Een veelbelovend verbetertraject

Mireille Louwers

werkt al 26 jaar bij basisschool de Regenboog in Schijndel. Naast interne begeleiding houdt zij zich bezig met onderwijsvernieuwingen binnen de school.

Goed, passend taalonderwijs Nederlands staat al jaren hoog op de agenda van BS De Regenboog in Schijndel. Nadat de school als ontwikkelschool aan het landelijk traject Curriculum.nu voor het leergebied Nederlands had deelgenomen, besloot het team het schrijfonderwijs te vernieuwen. In dit artikel beschrijft Mireille Louwers hoe zij en haar collega’s hierbij te werk zijn gegaan.

 

BS De Regenboog maakt voor de ontwikkeling en vormgeving van het onderwijsaanbod al ruim 16 jaar gebruik van leerlijnen. Bij het ontwikkelen van leerlijnen voor het taalonderwijs zijn de kerndoelen, later de referentieniveaus, leidend geweest. De nieuwe voorstellen en bouwstenen voortkomend uit het traject Curriculum.nu gaven het taalteam een impuls om de leerlijn ‘schrijven’ te herzien. Want wil je de ontwikkeling van de schrijfvaardigheid van de leerlingen goed kunnen volgen, dan is het noodzakelijk om goed zicht te hebben op deze leerlijn.

 

 

Samen de richting verkennen

Ons verbetertraject startte met een teamgesprek over onze leerlijn ‘schrijven’. Daarin kwamen verschillende knelpunten naar boven die te maken hebben met onze definitie van ‘schrijven’. Een aantal collega’s dacht hierbij aan de motorische vaardigheid en anderen spraken over het belang van het toepassen van de juiste spellingsregels in vrije schrijfopdrachten. Andere collega’s gaven aan dat het eindproduct belangrijk was, maar worstelden met de beoordeling daarvan. Een gedeelde observatie was echter wel dat de schrijfmotivatie bij veel leerlingen erg laag was. Deze eerste bevindingen waren voor het team aanleiding om dieper in de didactiek van het schrijfonderwijs te duiken en onderzoek te doen naar de manier waarop wij het schrijfonderwijs konden verbeteren en aantrekkelijker konden maken voor de leerlingen.

 

Ons taalteam, bestaande uit de taalcoördinatoren en het begeleidingsteam, heeft onderzocht wat er ontbrak aan onze leerlijn. Daaruit bleek het volgende:

 

  • Schrijfopdrachten werden niet standaard opgenomen binnen de schoolbrede thema’s, terwijl dat bij technisch en begrijpend lezen wel gebeurt;
  • In de schrijflessen was er erg weinig aandacht voor het léren schrijven: voor verschillende tekstsoorten, voor het schrijfproces, het gebruiken van schrijfstrategieën en voor het rekening houden met je schrijfdoel en het lezerspubliek;
  • In de leerlijn waren geen goede succescriteria beschreven om geschreven teksten met leerlingen formatief te evalueren;
  • Geschreven teksten werden zelden met leerlingen besproken of gereviseerd;
  • Afspraken om de schrijfontwikkeling te volgen waren verwaterd.

 

Kortom, er bleken genoeg aanknopingspunten om met dit onderwerp aan de slag te gaan.

 

Wij zijn op zoek gegaan naar wetenschappelijke inzichten, leerlijnen en projecten rondom dit leerdomein. Omdat SLO een project rondom het volgen van de schrijfontwikkeling op de website heeft staan, hebben wij contact gezocht met Mariëtte Hoogeveen en Inge Jansen. Hun expertise zou een mooie impuls kunnen geven aan ons schrijfonderwijs. Samen met het taalteam en de leerplanontwikkelaars van SLO zijn ontwikkel- en intervisiebijeenkomsten voorbereid en uitgevoerd. De schrijfontwikkeling van de leerlingen wilden we gaan volgen met een schrijfportfolio met verschillende teksten en reflectiedocumenten van leerlingen. In ons onderwijs wilden we gebruik maken van procesgerichte schrijfdidactiek. De leerplanontwikkelaars hebben ons geholpen om inzicht te krijgen in de theorieën, didactische uitgangspunten en leerlijnen die op dit moment beschikbaar zijn over effectieve procesgerichte schrijfdidactiek.

 

Schrijven is een complexe vaardigheid

Leerlingen pikken het schrijven van goede teksten niet op in het dagelijkse leven, maar moeten daar echt instructie in en feedback op krijgen. Daarnaast moet er ingezet worden op kennis en vaardigheden om teksten te schrijven (Bonset & Hoogeveen, 2015). Tijdens het schrijven is het brein van de schrijver actief op drie verschillende gebieden: de taakomgeving (wat wil ik schrijven, voor wie en in welke context?), het schrijfproces tijdens het schrijven (het werkgeheugen, hoe orden ik de inhoud, hoe formuleer ik dit, is dit duidelijk voor de lezer?) en het langetermijngeheugen van waaruit de schrijver allerlei kennis die bij schrijven ingezet moet worden, moet ophalen (welke spellingsregels moet ik toepassen?).

 

Naast deze cognitieve processen bij het schrijven, speelt ook het sociale proces een belangrijke rol. Schrijven is namelijk een middel om ervaringen en gevoelens te beschrijven. Een schrijver wil contact maken met de lezer om iets over zichzelf te onthullen. De interactie tussen de leraar, leerling en peers (medeleerlingen) over de geschreven tekst en het schrijfleerproces helpt om dit sociale proces inzichtelijk te maken voor de schrijver. Dat bevordert uiteindelijk de kwaliteit van de geschreven tekst.

 

Stappen richting effectieve schrijfdidactiek

De nieuwverworven kennis over schrijfvaardigheid gaf ons handvatten bij het vormgeven van ons schrijfonderwijs. Het didactische model dat we hebben gekozen is het ‘fasenmodel schrijfonderwijs’ (Hoogeveen, 1993). Dit fasenmodel bevat de volgende vijf stappen die in de schrijflessen ingezet worden:

Vertaling didactisch fasenmodel schrijfonderwijs
Voorbeeld sjabloon: de ‘limerick’

 

  1. De oriëntatie op een schrijfonderwerp, bedoeld om de motivatie van leerlingen te bevorderen en om het uitvoeren van de schrijftaak voor te bereiden.
  2. Het formuleren van de schrijfopdracht door de leraar (eventueel samen met de leerlingen) met daarbij de succescriteria. In ons schrijfonderwijs maken wij gebruik van voorbeeldteksten, die wij ‘sjablonen’ noemen. Sjablonen gebruiken we als instrument om het leren van kennis en vaardigheden op gang te helpen. De sjablonen zijn ook bedoeld om succescriteria te visualiseren.
  3. Het schrijven van de eerste tekstversie, eventueel met hulp van peers of de leraar.
  4. Het herschrijven van de tekst op basis van de feedback die leerlingen ontvangen hebben van peers. Leerlingen bespreken samen de eerste tekstversie, waarbij succescriteria en vragen het uitgangspunt van het gesprek vormen. Uit onderzoek van Hoogeveen & Van Gelderen (2013) blijkt dat het geven en ontvangen van peer feedback effectief is voor het ontwikkelen van de schrijfvaardigheid van leerlingen.
  5. In de laatste fase gaat de aandacht pas uit naar de taalverzorging en het publiceren van de tekst.

Tip

In de lessenreeksen Leren schrijven met peer response leren leerlingen verschillenden soorten teksten schrijven. Kenmerkend hierbij is dat de leerlingen elkaar helpen bij het schrijven door elkaars teksten te bespreken (peer response) en dat zij instructie krijgen in eigenschappen van verschillende soorten teksten (genrekennis).

 

 

De regels van de tekstbespreking:

  1. Lees elkaars tekst.
  2. Vertel wat je goed vindt aan de tekst en waarom.
  3. Vraag wat de schrijver wil veranderen om de tekst beter te maken.
  4. Vertel de schrijver of je het eens bent met wat beter kan. Leg uit waarom.
  5. Geef de schrijver tips voor hoe de beschrijving beter kan.
  6. Kijk of je nog andere plaatsen ziet waar de beschrijving beter kan.

Feedback van de leraar

Tijdens het schrijfleerproces van de leerling heeft de leraar ook gesprekken met de leerlingen over een geschreven tekst. Een mooi voorbeeld is de opdracht ‘Mijn schrijfautobiografie’. Nadat de leerling zijn autobiografie over zijn schrijfervaringen heeft geschreven, vraagt de leraar wat de leerling nog wil leren. Zo las de leraar van groep 8 in een autobiografie dat een leerling graag beter wilde leren beginnen met het schrijven van een zin. De leraar interpreteerde dat het hier om een ‘En toen… en toen…. en toen…’-probleem zou gaan. Maar door in gesprek te gaan bleek dat deze leerling graag sneller op ideeën wilde komen om te beginnen met een verhaal. De leraar heeft handreikingen gegeven en zal samen met peers deze leerling helpen bij aanvang van het schrijven van de volgende tekst.

 

Lesmateriaal

 

Binnen dit traject is gebruik gemaakt van het lesmateriaal van SLO:

 

Hoogeveen, M. (2018). Leerlijn schrijven met peer response en instructie in genrekennis. Docentenhandleiding bij de lessenseries voor de groepen 4-8. Enschede: SLO. 

 

> Raadpleeg de docentenhandleiding hier.

 

Hoogeveen, M. (2018). Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis. Leerlingboekjes voor de groepen 4-8. Enschede: SLO.

 

> Raadpleeg de leerlingboekjes hier.

 

 

Werk in uitvoering

Wij willen de schrijfontwikkeling van de leerlingen zichtbaar en inzichtelijk maken, zowel voor de leerlingen als voor de leraar en ouders. Daarom zijn we samen met SLO en het platform Schoolpoort een digitaal portfolio aan het ontwikkelen waarin schrijfproducten, formatieve evaluaties en leerprocessen terug te vinden zijn.

In een groeiportfolio wordt het groeiproces van de schrijfontwikkeling gedocumenteerd. Leerlingen zullen actief zijn in het samenstellen en vullen van het portfolio. De reflectiedocumenten met leermomenten en leerwensen zullen hierin ook bewaard worden. Wij proberen om het digitaal portfolio zo in te richten dat we het schrijfproces door de jaren heen kunnen vastleggen. Na de afronding van de basisschool kan het schrijfportfolio meegenomen worden naar het voortgezet onderwijs. Op deze manier kan de leerling een (school-)leven lang werken aan het ontwikkelen van zijn schrijfvaardigheid.

 

Kansen voor schrijfonderwijs!

Naast het leesonderwijs is ons schrijfonderwijs nu ook gekoppeld aan rijke teksten binnen de verschillende schoolthema’s. De leerlingen leren om in allerlei contexten verschillende soorten teksten te schrijven, zoals verhalende, instructieve, informatieve, betogende en multimodale teksten. Nu wij een jaar bezig zijn met het inzetten van het fasenmodel en expliciet stilstaan bij tekstbesprekingen, zien wij al dat de kwaliteit van de teksten van leerlingen verbetert. Leerlingen schrijven met meer plezier en passen wat ze geleerd hebben in de les toe in hun teksten. Ook merken we dat het samen reflecteren op teksten steeds beter gaat.

Dit is voor ons ontwikkelproces een hele mooie opbrengst. Wij gaan proberen zoveel mogelijk kansen te verwezenlijken, zodat we toewerken naar een stevige leerlijn schrijven, met een rijke didactiek, een digitaal schrijfportfolio en boven alles schrijfplezier voor elke leerling!

Bronnen

  • Bonset, H., & Hoogeveen, M. (2015). Schrijven in het basisonderwijs opnieuw onderzocht: Een inventarisatie van empirisch onderzoek van 2004 tot 2014. Enschede: SLO. Geraadpleegd op 5-3-2021 van http://taalunieversum.org/sites/tuv/files/downloads/slo_het_schoolvak_nederlands_opnieuw_onderzocht_2008.pdf
  • Hoogeveen, M. (1993). Schrijven leren. Een leergang schrijven van teksten in de basisschool. Enschede: SLO.

  • Hoogeveen, M., & Van Gelderen, A. (2013). What works in writing with peer response? A review of intervention studies with children and adolescents. Education Psychological Review, 25(4), 473–502.
Deel dit artikel