
Wij zorgen voor elkaar
is kinderboekenauteur van onder andere De zee kwam door de brievenbus, Koningskind en Silas en de Wolf.
Het thema van de kinderboekenweek 2023 is Bij mij thuis, en het boek Het kleine huis bij de rivier (vanaf ongeveer 9 jaar) past daar heel goed bij. Het laat een rijkdom zien aan zorg, liefde en opvattingen van drie naast elkaar wonende generaties van de familie Van Rijn. Als door een ongeluk een van de huisjes instort en Joes (10 jaar) ernstig gewond raakt, spant de familie zich tot het uiterste in om bij elkaar te kunnen blijven.
Tips bij het voorlezen

Je leest het hele boek voor en besteedt extra aandacht aan het eerste hoofdstuk. De tijdsprong tussen het eerste en het tweede hoofdstuk is interessant en mogelijk lastig. Ga in gesprek over de volgende vragen: “Hoe weet je dat je terug in de tijd gaat? Waarom zou de schrijver niet gewoon hier begonnen zijn met het boek? Wat vind je ervan dat ze dat doet?” In het hoofdstuk ‘Het spijt me’ wordt het ongeluk uit het eerste hoofdstuk nog eens beschreven, maar nu vanuit een andere persoon. Je zou na het voorlezen hiervan het eerste hoofdstuk nog eens kunnen herhalen.
Passende vragen na het voorlezen
Met wie woon jij samen? Wie woont er in twee huizen? Wie voelt zich thuis weleens alleen, en wanneer? Zou je het gezellig vinden als er andere leden van je familie bij je woonden? Waarom wel of niet? Kan iemand vertellen hoe families in een ander land samenwonen? Hoe zou jouw leven zijn als je met meer mensen bij elkaar zou wonen? Ben je dan blij of ben je liever alleen?
Tekenopdracht

Laat leerlingen op een groot vel papier hun fijne familiehuis tekenen als een poppenhuis (huis van voren open). Daarin plaatsen ze een familie zoals zij die wensen, dus het hoeft niet zoals in het echt, ze mogen er familieleden of een huisdier bij bedenken. In het boek wordt verteld hoe klein het huis van Joes is, en hoe graag Joes een eigen kamertje wilde (bladzijde 65). Is dat ook belangrijk voor de kinderen? Misschien willen ze hun kamer juist delen? Met wie? Joes mag bij tante Eva op de bank liggen in de kamer met de vensterbank vol planten, en tante Eva dekt hem toe met een van haar gekleurde gehaakte dekens (bladzijde 176). Zouden de leerlingen het gezellig vinden bij tante Eva? Hoe maken zij hun eigen familiehuis kleurrijk?
Fantaseren Als jij jouw familiehuis zomaar overal neer mocht zetten, aan het strand, in een bos, in de stad, in de bergen of in een ander land, waar zou je dan willen wonen? Waarom denk je dat het daar fijn zou zijn? En is jouw plek een veilige plek? Aansluitend daarop kun je bij het hoofdstuk ‘Voorzichtig’ vragen: Welk voorwerp zou jij willen redden als het niet veilig is?