_w1800_h600_bg.jpg)
Vloeiend leren lezen met rijke teksten
Geïntegreerd en betekenisvol leesonderwijs
Anneleen Mulder is redacteur van tijdschrift MeerTaal, IK Ontwikkelaar en meester van binnenuit in wereldwijs taalonderwijs.
Marjolein van Oenen
is eigenaar van Marjolein van Oenen Onderwijs Advies en begeleidt scholen bij vraagstukken op het gebied van van taal, lezen en kwaliteitszorg.
We zien steeds meer scholen die voor het bevorderen van leesbegrip werken met zelfgekozen, rijke teksten. Veel leerkrachten geven echter aan dat ze het lastig vinden om leesactiviteiten zo te ontwerpen dat ze óók bijdragen aan de technische leesontwikkeling van leerlingen. In dit artikel vind je houvast om leerlingen vloeiend te leren lezen met rijke teksten.
Woorden lezen die je anders uitspreekt dan je ze schrijft en woorden lezen die je (nog) niet kent. Of lange, samengestelde zinnen vlot genoeg lezen om de betekenis van de zin te begrijpen. Rijke teksten zitten vol mogelijkheden om leesmoeilijkheden te oefenen. Maar hoe doe je dat? Welke ondersteuning bied je leerlingen? En hoe voorkom je dat ze afhaken omdat de tekst te moeilijk is? In het voorbeeld in dit artikel lees je hoe een leerkracht samen met een groep leerlingen in een tekst duikt.

Aanleiding voor het lezen van de tekst
In het thema ‘Reis om de wereld’ zijn de leerlingen in de bovenbouw geïnspireerd geraakt door verhalen van avonturiers en ontdekkingsreizigers. Ze maken nu plannen om zelf een verhalenbundel te schrijven waarin de hoofdpersoon avonturen beleeft in steeds een ander deel van de wereld. Ter inspiratie voor deze verhalen wil de leerkracht hen interessante weetjes over spannende plekken uit een paar pittige teksten laten halen. Ze wil de leerlingen helpen de teksten te lezen en begrijpen zodat ze, eerst samen en daarna zelf, de weetjes voor hun verhalen kunnen selecteren. De eerste tekst waar ze mee aan de slag gaan, is een tekst over zeeën en oceanen (zie de QR-code voor een link naar de tekst). Deze leerkracht wil de kinderen van binnenuit motiveren om de tekst te gaan begrijpen en om nieuwe kennis op te doen over zeeën en oceanen. Zij geeft hun een duidelijk leesdoel waardoor ze de tekst met meer aandacht en dieper begrip lezen. Hoe verbind je het oefenen van technische leesmoeilijkheden aan deze betekenisrijke leesactiviteiten?
Een goede voorbereiding
In haar voorbereiding leest de leerkracht de tekst goed door en bedenkt wat deze tekst boeiend maakt: waarom gaan we deze tekst lezen? Waar gaan we over praten? Wat valt erover te schrijven? Vervolgens leest ze de tekst nog een keer en let daarbij vooral op specifieke leesmoeilijkheden (zie kader). Ze kiest één of twee alinea’s met moeilijkheden die aansluiten bij de ontwikkeling van de leerlingen in haar groep.
In ons voorbeeld kiest de leerkracht voor de alinea’s: ‘Waar op aarde is het water het diepst?’ En: ‘Is een zee hetzelfde als een oceaan?’. Ze kiest deze alinea’s vanwege de lastige aardrijkskundige namen, een trema-woord en een afkorting. Daarnaast heeft ze vooral oog voor de langere, samengestelde zinnen die ze in dit deel van de tekst tegenkomt. Ze weet van de leerlingen uit haar groep dat zij bij dat soort zinnen vaak de draad kwijtraken en dan de zin steeds opnieuw beginnen waardoor ze uiteindelijk niet tot een goed begrip van de tekst komen.
Aan de slag!
De volgende dag begint de les. De leerkracht start met verkennen. Samen met de leerlingen blikt ze terug op het plan voor de avontuurlijke verhalenbundel. Vervolgens leest ze de inleiding voor. Daarbij laat ze horen hoe zij zorgt dat ze begrijpt waar het over gaat. Ze leest hardop denkend een stukje terug, vat samen en trekt uiteindelijk de conclusie: “Ik verwacht dat we in deze tekst zeker wat interessante weetjes gaan vinden voor onze verhalen!”
Na het voorlezen van de inleiding gaat de leerkracht verder met de gekozen alinea’s. Hardop verwondert zij zich over de enorme oppervlaktes en dieptes. Ze pakt er een wereldkaart bij om op te zoeken over welke zeeën en oceanen het nou eigenlijk gaat en waar deze liggen. Ze leest de lastige aardrijkskundige namen nog eens voor en leest ze daarna samen met de kinderen (koor). Ze tekent hoe een ‘trog’ eruitziet en schrijft belangrijke woorden erbij. De kinderen zoeken mee, denken mee en schrijven mee in hun themaschrift. De aantekeningen krijgen een plek op de themawand.
Het komt vaak voor dat kinderen het lastig vinden om woorden die ze nog niet kennen vlot en nauwkeurig te lezen. Door juist deze woorden expliciet te oefenen in het kader van het goed begrijpen van de tekst, ondersteun je de automatische woordherkenning beter dan wanneer ze oefenen met woordrijen los van de tekst of het onderstrepen van woorden in een werkboekje (Houtveen, Brokamp & Kunst, (2019).
Leesmoeilijkheden inoefenen
Na het uitgebreid bespreken van de inhoud vertelt de leerkracht de leerlingen dat ze gaan oefenen met het vloeiend lezen van deze pittige alinea’s. Ze start de instructie met het samen zoeken en markeren van de afkortingen en de trema-woorden in de tekst. Vervolgens oefenen ze samen: ze lezen eerst de woorden en daarna de alinea’s voor – koor – door, waarbij de leerkracht benoemt welke lastigheden de leerlingen hiermee oefenen. Op verschillende momenten geeft ze feedback: “Ik hoor dat jij de zinnen die we geoefend hebben nu vloeiend leest. En ik hoor aan je stem dat je begrijpt wat je leest. Top gedaan!”
De leerkracht kent de leerlingen in haar groep goed en weet wat voor hen een volgend stapje in ontwikkeling is. Vanuit deze kennis ontwerpt ze activiteiten waarin voor ieder kind iets te leren valt: ze zorgt voor een boeiend en divers aanbod van teksten, ondersteunt leerlingen om een tekst beter te begrijpen en geeft instructies op leestechniek. Tijdens deze activiteiten evalueert ze de ontwikkeling van de kinderen door goed te observeren en feedback te geven. Deze stappen komen voort uit het model ‘vakmanschap van binnenuit’ (Hanegraaf, 2022).
Verschillen in leesvaardigheid

Vaak zijn er grote verschillen in de leesontwikkeling van de leerlingen in een groep. Sommige leerlingen kunnen de rijke tekst al helemaal zelfstandig lezen, terwijl andere leerlingen nog moeite hebben met teksten die een stuk eenvoudiger zijn. Het is voor leerkrachten vaak een reden om niet met rijke teksten te werken en dat is jammer. Het herhaald lezen van teksten met goede inhoud is bewezen effectief om vloeiend te leren lezen. Het draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en vaardigheden en zorgt ervoor dat kinderen thuis raken in de wereld om hen heen. Het is daarbij wel belangrijk om extra ondersteuning te bieden aan kinderen die de tekst nog niet zelfstandig vloeiend kunnen lezen, om te voorkomen dat zij afhaken. Bijvoorbeeld door deze leerlingen een deel van de tekst vooraf al te laten lezen en daarbij gebruik te maken van de werkvorm voorkoor- maatjes-zelf (Vaessen-Moonen, 2025). Zo kunnen zij ook volwaardig meedoen tijdens de bespreking van de tekst met de hele groep.
De leerkracht uit ons voorbeeld verkent de tekst met een klein groepje leerlingen, voordat zij deze bespreekt met de hele groep. Ze leest de inleiding hardop denkend voor en nodigt de kinderen uit om de rest van de tekst globaal te bekijken. Daarbij geeft ze ruimte aan de initiatieven van dit groepje leerlingen. Welke afbeeldingen bekijken en bespreken zij? Waar valt hun oog op? De leerkracht leest hardop denkend mee. Dan bespreken ze samen of ze denken dat dit een goede tekst is om weetjes uit te halen. Om het zeker te weten gaan ze één alinea voor-koor-doorlezen, waarbij de leerkracht kiest voor de alinea ‘Zijn oceanen belangrijk voor het klimaat?’ omdat deze goed aansluit bij de leesontwikkeling van de leerlingen.
Tot slot
Vloeiend leren lezen met rijke teksten is niet zo ingewikkeld als het lijkt. Het vraagt om een omslag in denken van het aanbieden van afzonderlijke lessen leestechniek en leesbegrip naar het betekenisvol en geïntegreerd lezen en bespreken van boeiende teksten. Ga je aan de slag met rijke teksten, kijk dan ook naar de mogelijkheden die de tekst biedt om extra te oefenen met leesmoeilijkheden.
Bronnen
- Hanegraaf, N. (2022). Onderwijs van binnenuit. Instondo.
- Houtveen, A. A. M., Brokamp, S. K., & Kunst, J. (2019). Doelgericht werken aan opbrengsten (herziene versie). Hogeschool Utrecht.
- Vaessen-Moonen, L. (2025). Door taal de wereld ontmoeten: Samenhangend en betekenisvol taal- en leesonderwijs. Boom uitgevers.