Artikelen

Stel prioriteiten en handel vanuit kennis

Leesonderwijs in groep 3 en 4 na de lockdowns

Marita Eskes, Erna van Koeven en Mirjam Snel

 

Marita Eskes heeft gewerkt als leerkracht in het basisonderwijs en werkt nu als senior adviseur taal/lezen en didactisch handelen bij Expertis Onderwijsadviseurs.

Erna van Koeven is hogeschoolhoofddocent bij de Master Educational Needs van de Hogeschool Windesheim.

Mirjam Snel is hogeschoolhoofddocent taal/lezen aan de HU pabo in Utrecht. Daarnaast is ze hoofdredacteur van het Tijdschrift Taal, bestuurslid van LOPON2 en eigenaar van Goed Leesonderwijs.

Hoe begin je het schooljaar in de groepen 3 en 4 na de periode van coronamaatregelen? Hoeveel vertraging hebben leerlingen opgelopen? Zijn er interventies nodig, en zo ja, welke? Hoe zou je het extra onderwijsgeld het beste kunnen besteden? Lucienne Rijks interviewde Erna van Koeven, Mirjam Snel en Marita Eskes hierover.

 

FOTO: ALEXA HORN

In verschillende media is al veel geschreven over het gemiste onderwijs tijdens en na corona en de gevolgen daarvan. Er is een Nationaal Programma Onderwijs gelanceerd met een menukaart waarbij scholen kunnen kiezen voor allerlei interventies. Wij zoomen in op effectieve interventies in het leesonderwijs voor groep 3 en 4, de groepen waarin de basis voor het lezen wordt gelegd.

 

Na de lockdowns

 

Tijdens de lockdowns was het voor leraren erg moeilijk een taalrijke leeromgeving te creëren, geeft Erna aan. In plaats daarvan is veel aandacht gegaan naar werkbladen en computerprogramma’ s. Erna: “Er is dus minder gelezen en voorgelezen en dat leidt tot achterstanden.” Marita beaamt dat de resultaten op sommige scholen door het afstandsonderwijs en alle coronaperikelen nog lager zijn dan ze wellicht al waren. Maar er zijn ook scholen die andere keuzes hebben gemaakt, omdat ze zich realiseerden hoe essentieel leren lezen is, bijvoorbeeld in groep 3. Zo vertelt ze over een school die de groepen 3 en 8 deels wel naar school liet komen en in groep 3 zeer succesvol inzette op het leren lezen. “Lezen moet je bijna wel fysiek in de klas doen.”


Blog Geletterdheid en schoolsucces

Erna van Koeven schrijft samen met Anneke Smits geregeld een interessant blog over taalonderwijs. Hier is het blog te lezen.

 

 

De drie experts zijn het erover eens dat de leesprestaties ook voor corona al een probleem waren. Mirjam zegt dat de problemen in het leesonderwijs door corona zichtbaarder en urgenter zijn geworden. Het is volgens alle drie belangrijk dat er structureel iets verandert. Alleen nu extra investeren en vervolgens op de oude voet verdergaan zou echt zonde zijn.


Goed Leesonderwijs

Op de site Goed Leesonderwijs verzamelt Mirjam Snel haar blogs. Ook kun je daar allerlei artikelen lezen over effectief leesonderwijs.

 

Klaar voor de start?

 

Alle drie zijn ze het erover eens dat je in principe gewoon moet starten met het leesonderwijs. Mirjam: “Weet wat werkt en doe dat! Handel vanuit kennis.” Marita: “Verlaag geen doelen, maar heb hoge verwachtingen!”


Overdrachtsformulier

Hier kan het overdrachtsformulier uit boek van Marita Eskes worden gedownload. Bron: © 2020: Uitgeverij Pica, Huizen (Bijlage bij het boek Technisch lezen in een doorlopende lijn, Eskes).

 

Belangrijk is om in groep drie vanaf dag één te weten hoe het gesteld is met de letterkennis, de benoemsnelheid en het fonemisch bewustzijn, daarover zijn de drie experts het eens. De overdracht van groep 2 naar groep 3 hierover is dus essentieel. Een mooi voorbeeld van een overdrachtsformulier is te vinden in het boek van Marita (Eskes, 2020). Erna benadrukt het belang van goed observeren door naast de leerlingen te gaan zitten om te zien hoe ver ze zijn en waar lacunes zitten. Marita: “Wanneer er met een methode wordt gewerkt zal met de monitorinstrumenten uit de methode al snel duidelijk worden of de overdracht nog kloppend is en welke leerlingen echt risicolezers zijn.”

 

Ook voor leraren van groep 4 is een goede overdracht van belang. “Je verzamelt dan niet alleen gegevens over de leesvaardigheid van de leerlingen, maar bijvoorbeeld ook over de motivatie en hoeveel boeken de leerlingen al gelezen hebben,” legt Mirjam uit. Marita denkt dat het analyseren van de E3-leestoetsen nu nog belangrijker is dan voor de lockdowns: Waar zitten precies de problemen? Gebruik de toetsen om de beginsituatie in kaart te brengen (zie kader).

Analyseren van toetsdata

 

Om een passende interventie te kunnen kiezen, is een goede

analyse van belang. Vraag je bijvoorbeeld af of:

  • de leerling uitvalt op korte of lange woorden.
  • de leerling vaak fouten maakt in tweeklanken.
  • de leerling snel en radend leest waardoor hij fouten maakt.
  • de leerling heel correct maar nog te langzaam leest.

 

Groep 3: de basis

 

Het is belangrijk om vooral veel tijd te besteden aan lezen en voorlezen. Erna benadrukt het belang van aandacht voor de klank-tekenkoppeling, waarbij letters in relatie met woorden en zinnen moeten worden aangeboden. Je kunt tijd winnen als je de methode durft los te laten, adviseert zowel Mirjam als Erna. Gebruik de methode als bron: als je weet wat effectief leesonderwijs is in groep 3 dan kun je zinvolle activiteiten selecteren en de rest schrappen.

 

FOTO: ANNA KLINKIEN

Mirjam en Erna geven voorbeelden van oefeningen die kunnen worden overgeslagen uit de methode: oefeningen waar je letters moet omcirkelen of waar leerlingen plaatjes moeten aankruisen waar ze een letter horen. Mirjam vertelt hoe dat effectiever kan: “Vraag welke woorden leerlingen kennen met de ‘K’ en schrijf die op het bord waarbij je de K een contrasterende kleur geeft. Dat is veel rijker dan alleen het woord uit de methode, en zo bied je meteen meer woorden aan.”

 

Je leert lezen door te lezen, dus de werkbladen met veel tekst en de leesboeken uit de methode zijn wel te gebruiken. Ook het samen lezen en het koorlezen zijn zinvolle methodieken die in de meeste methodes voorkomen. Vul dit aan met veel leuke boeken, veel voorlezen en het opbouwen van een vrij-lezen routine. Hierdoor groeien ook de woordenschat en de achtergrondkennis, essentieel voor (begrijpend) lezen (zie kader).

Achtergrondkennis

 

Investeer in de groepen 3 en 4 in het uitbreiden van achtergrondkennis. De experts adviseren:

  • fictie en non-fictie (voor) te lezen en erover in gesprek te gaan.
  • het lezen, schrijven, spreken en luisteren waar mogelijk te verbinden aan een thema.
  • langdurig te werken aan een thema en dat uit te diepen. Een voorbeeld van een rijk thema is ‘ruzie’, waarbij je kunt denken aan echtscheiding, ruzie tussen kinderen, maar ook bijvoorbeeld oorlog.

 

Ook Marita vindt het erg belangrijk dat leraren weten hoe een effectieve leesles eruitziet. Zij adviseert kritisch naar de handleiding van de methode te kijken. Zij legt uit dat je het lesdoel uit de methode concreter kunt maken en gebruik moet maken van het GRRIM-model (zie afbeelding). Het begeleid inoefenen is daarbij essentieel: “Bij de fasen ‘jullie lezen’ en ‘zelf lezen’ zie ik nog vaak dat er losse leesbeurten worden gegeven en dan zijn de kinderen niet allemaal actief. Als je kiest voor het lezen met schoudermaatjes is er al veel winst.” Bij een zinvolle leesles worden alle minuten aan lezen besteed, zijn alle kinderen actief, wordt er hardop gelezen en worden er kilometers gemaakt.

© ESKES, 2020

 

Groep 3: de risicolezers

 


Connect Lezen

Voor zwakke lezers in de groepen 3 en 4 is de methodiek Connect Lezen ontwikkeld. Hier vind je een filmpje waarin je kunt zien hoe de methodiek werkt.

 

Tijd, tijd, en tijd. Dat woord komt in de drie interviews geregeld terug. Risicoleerlingen hebben vooral extra leestijd en leesondersteuning nodig. Marita adviseert begin groep 3 de aangeboden letters voor risicolezers elke dag een paar minuten extra te oefenen. Zeg de letters steeds weer voor als een leerling deze niet weet en laat ze die dan herhalen. Wat motiverend werkt, is pre-teaching. Laat de risicolezers alvast horen welke letters aan bod gaan komen: “Ik ga jullie vast verklappen hoe ze heten!” Erna geeft een ander voorbeeld van pre-teaching: “Als woordherkenning nog niet op gang komt, dan leest en schrijft de leerling de woorden vooraf, zodat hij ze herkent in de tekst.” Mirjam bevestigt dit belang van schrijven in groep 3: “het is het spiegelbeeld van lezen.”

 

Re-teaching is net zo belangrijk. Zowel het extra modelen als het herhaald lezen wordt door alle drie essentieel gevonden. Marita benadrukt dat het juist bij risicolezers belangrijk is de letters en de woorden goed te modelen als leraar: “Geef weg, doe voor en doe het in koor!” Het is volgens alle drie belangrijk dat de risicolezers wel meedoen met het gewone aanbod. Erna: “Je doet het bovenop de andere leesactiviteiten!”

 

Groep 4: de basis

 

Mirjam beschrijft hoe het basisaanbod er volgens haar uit zou moeten zien: zorg voor een aantrekkelijk boekenaanbod, laat kinderen vrij lezen, lees iedere dag voor, laat kinderen schrijven, praat over boeken en lees veel samen. “Je moet dan in totaal denken aan een uur en 20 minuten per dag.” Marita benadrukt het belang van een goede les waarin de leesvaardigheid wordt aangeleerd. Daarnaast moet er volgens haar tijd worden ingeruimd voor het maken van kilometers om het vloeiend lezen te oefenen en te onderhouden.

 

Ook Erna vindt het maken van kilometers essentieel en is vooral een voorstander van dagelijks vrij lezen en voorlezen: “Lees voor uit series, want dan gaan ze die zelf verder lezen!” Het vrij lezen is niet hetzelfde als lezen zonder ondersteuning, benadrukt zowel Erna als Mirjam. De leerkracht heeft een actieve rol tijdens het vrij lezen. Mirjam adviseert de leerkracht om leerlingen te helpen bij hun boekkeuze, samen met leerlingen die niet tot lezen komen te gaan lezen en leesgesprekjes te voeren om samen doelen te stellen, de leesvaardigheid te monitoren en feedback te geven.

 

FOTO: ALEXA HORN

Verschillende werkvormen komen aan de orde. Marita is heel positief over duolezen, omdat alle leerlingen dan actief zijn, er hardop wordt geoefend en omdat leerlingen dan veel extra boeken kunnen lezen. “Gebruik boeken uit de bibliotheek, niet enkel methodemateriaal.” Zolang leerlingen geen E4 lezen is volgens Erna begeleid hardop lezen nog belangrijk. Zij denkt aan voor-koor-door-lezen en aan papegaailezen (zie kader). Theaterlezen is een hele mooie vorm om het hardop lezen te onderhouden, omdat je dan zorgt voor herhaald lezen en het hardop lezen een doel dient.

Verschillende werkvormen voor het hardop lezen

 

  • Voor-koor-door-lezen: de leraar leest de woorden of de tekst eerst voor, dan samen met de leerlingen en vervolgens lezen de leerlingen zelf.
  • Duolezen: leerlingen lezen met een maatje om en om in een leesboek.
  • Papegaailezen: leerlingen lezen na het koorlezen ieder twee zinnen van de tekst waarbij de eerste zin een herhaling is van de zin van de vorige lezer.
  • Theaterlezen: leerlingen nemen de rol van een personage op zich en lezen de teksten hardop. Ze voeren als het ware een toneelstukje op.
  • Tutorlezen: twee leerlingen met een verschillend leesniveau worden aan elkaar gekoppeld en lezen samen een boek. De tutor ondersteunt de risicolezer.

 

Door alle drie de experts wordt benadrukt dat dagelijks voorlezen een vast onderdeel hoort te zijn van het basisprogramma. Erna: “Dat is essentieel voor leesmotivatie, woordenschat en leesbegrip.”

 

Groep 4: de risicolezers

 

Mocht de letterkennis en de klank-tekenkoppeling niet op orde zijn dan zorg je dat je extra instructie geeft en de letters nogmaals inoefent. “Doe dit buiten de reguliere leestijd, het moet extra zijn,” benadrukken de experts. Marita waarschuwt niet te wachten met interventies tot oktober: “Begin direct!”

 

Marita legt uit hoe je de risicolezers kunt ondersteunen. Je zorgt ervoor dat je woordmoeilijkheden, zoals meerlettergrepige woorden die eindigen op ‘-lijk’, pre-teacht en dat ze herhaald worden gelezen, om die woordbeelden te automatiseren. Dit gebeurt op woord- en op tekstniveau. Marita: “Besteed instructietijd aan lezen, niet aan het samen maken van werkboekopdrachten.” Als de leraar voorleest, playbacken leerlingen bijvoorbeeld mee, dan volgt het koorlezen en tot slot lezen ze met een maatje. Het extra leesmoment wordt op die manier volledig besteed aan lezen.

 

“Het is van belang dat risicolezers extra aandacht krijgen tijdens de klassikale leesles,” zegt Mirjam. Daarbovenop krijgen de risicoleerlingen extra ondersteuning in de vorm van pre- of re-teaching.

 

Zinvolle besteding van onderwijsgeld

 

Alle scholen krijgen extra geld om te werken aan het wegwerken van achterstanden. Mirjam en Marita pleiten voor een duurzame besteding van dat geld: “Investeer in professionalisering van leraren.” Marita: “Je kunt dan denken aan literatuur voor de leraren, scholing of begeleiding.” Vanuit kennis kan een school goede keuzes maken, aldus Mirjam.

 

Een andere mogelijkheid volgens de drie leesexperts is het aanschaffen van een boekencollectie met actuele, aantrekkelijke boeken voor de groepen 3 en 4. Mirjam geeft aan dat ook de kennis van leerkrachten over jeugdliteratuur van belang is. Leerkrachten moeten goed op de hoogte zijn van jeugdboeken om boeken te promoten en kinderen te helpen bij hun boekkeuze. Erna waarschuwt het geld niet in te zetten voor een extra methode of voor oefensoftware: “Juist de zwakkere leerlingen lijden daaronder.”

 

Interventies zouden volgens de experts in principe onder schooltijd moeten plaatsvinden. Mirjam: “Als scholen effectief leesonderwijs geven, is het niet nodig na schooltijd les te geven.” Marita wijst op het belang van goed klassenmanagement: “Er lekt veel tijd weg.” Erna: “Als je wel iets buiten schooltijd zou doen, zoek het dan in positieve leesactiviteiten.” Ze denkt bijvoorbeeld aan leesclubs, en waarschuwt voor een heel oefencircus na school.

 

Tot slot

 


Meer informatie over theaterlezen

Hier vind je meer informatie over theaterlezen en kun je gratis theaterleesteksten downloaden. 

Het is nu belangrijker dan ooit om in te zetten op effectief leesonderwijs. Leraren moeten de gelegenheid krijgen vanuit kennis goed en motiverend leesonderwijs te geven. Op deze manier profiteren niet alleen de huidige leerlingen van de extra onderwijsgelden, maar ook de leerlingen van de toekomst.

Theaterlezen in de praktijk

 

Alexa Horn, leraar van groep 3 op basisschool De Piramide in Amsterdam-Noord, besloot na de lockdowns een interventie uit te voeren voor leerlingen van de groepen 3, 4 en 5 die thuis onvoldoende vooruit waren gegaan wat betreft het vloeiend lezen. Zij hoopte natuurlijk vooruitgang te zien met vloeiend lezen, maar minstens zo belangrijk was het bevorderen van de leesmotivatie.

 

Uiteraard was het de bedoeling een effectieve, motiverende interventie in te zetten. Ze besloot te werken met theaterleesboeken. Die nodigen automatisch uit tot herhaald hardop lezen, aangezien kinderen hun eigen rol willen oefenen. Door met de methodiek voor-koor-door-lezen te werken, krijgen alle leerlingen eerst het juiste voorbeeld te horen.

 

De voorbereiding bleek nog behoorlijk intensief. Allereerst moesten de leerkrachten leerlingen selecteren die een aantoonbare achterstand hadden opgelopen door de lockdowns. Verder moest er toestemming gevraagd worden aan de ouders, aangezien de interventie twee keer per week na schooltijd zou plaatsvinden. Tot slot moest Alexa niveaugroepen maken en daarbij passende boeken kiezen.

 

Alexa ging aan de slag met negen leerlingen. Al meteen na de eerste bijeenkomst waren ze heel erg enthousiast. Omdat ze theaterleesboeken nog niet kenden, vonden ze het moeilijk te zien welke stukken zij moesten lezen. Alexa loste dat op door het betreffende stuk te kopiëren en dan per rol te markeren, zodat het opzoeken niet veel tijd kostte en de tijd echt aan het lezen besteed kon worden.

 

De eerste bijeenkomst van de week stond in het teken van het oefenen: de teksten van de twee niveaugroepen las Alexa voor, vervolgens lazen ze in koor en daarna oefenden de leerlingen met elkaar. Daarna namen de kinderen de teksten mee naar huis om te oefenen, zodat ze de tweede bijeenkomst echt konden optreden!

 

Al vrij snel kwamen ouders die zeiden: “Mijn kind vindt het lezen nu enorm leuk en oefent echt thuis.” Kinderen kwamen huppelend de klas binnen, en zeiden trots: “Ik heb geoefend!” Als ze mochten optreden op het podium dan genoten ze daar zichtbaar van.

 

Alexa zelf is heel enthousiast, en gaat het theaterlezen ook tijdens schooltijd inzetten. Net als de experts vindt zij dat beter dan na schooltijd, aangezien sommige leerlingen echt moe zijn (zeker uit groep 3) en ze soms verhinderd waren door andere activiteiten. Ze ziet dat de meeste leerlingen snel vooruitgaan en dat ze allemaal met veel meer enthousiasme lezen, dus de doelen zijn zeker bereikt!

 

Lucienne Rijks, redacteur MeerTaal

 

Verder lezen

  • Eskes, M. (2020). Technisch lezen in een doorlopende lijn: een praktisch handboek voor de basisschool. Huizen: Uitgeverij Pica.
  • Koeven, E., & Smits, A. (2020). Rijke taal. Den Haag: Boom Lemma.
Deel dit artikel